De betrouwbaarheid van Gods Woord

Inleiding

De betrouwbaarheid van de Bijbel is een veelbesproken onderwerp, zowel in theologische als historische discussies. Sommigen betwijfelen of de tekst door de eeuwen heen ongewijzigd is gebleven, terwijl anderen wijzen op sterk bewijs voor de authenticiteit ervan.

Zo zijn er duizenden manuscripten van zowel het Oude als het Nieuwe Testament die een opmerkelijke tekstuele consistentie laten zien. De ontdekking van de Dode Zeerollen bevestigt de nauwkeurigheid van het Oude Testament over een periode van meer dan duizend jaar. Voor het Nieuwe Testament zijn er duizenden Griekse en vroeg-vertaalde manuscripten, waarvan sommige teruggaan tot de tweede eeuw, waardoor de oorspronkelijke tekst met grote precisie kan worden gereconstrueerd.

Daarnaast is de verspreiding van de Bijbel wereldwijd een factor die tekstuele corruptie moeilijk zou hebben gemaakt. Theologisch geloven christenen dat God zelf Zijn Woord bewaart, zoals benadrukt in passages als Jesaja 40:8 en Matteüs 24:35.

In dit artikel onderzoeken we de betrouwbaarheid van de Bijbel aan de hand van historische, tekstkritische en theologische argumenten. Dit doen we in zes delen: vijf algemene en één specifiek gericht op de islamitische visie.

Enorme hoeveelheden consistente manuscripten


Een van de sterkste aanwijzingen voor de betrouwbaarheid van de Bijbel is de enorme hoeveelheid handschriftelijk bewijs(manuscripten). Zowel van het Oude als het Nieuwe Testament zijn duizenden manuscripten bewaard gebleven, waardoor we een nauwkeurig beeld hebben van de oorspronkelijke tekst.

Voor het Oude Testament is de ontdekking van de Dode Zeerollen in de 20e eeuw een belangrijke doorbraak geweest. Deze manuscripten, die dateren van circa 150 voor Christus tot 70 na Christus, bevatten grote delen van het Oude Testament en tonen een opmerkelijke overeenstemming met de Masoretische tekst, die uit 900 na Christus stamt. Dit betekent dat de tekst van het Oude Testament gedurende meer dan duizend jaar vrijwel onveranderd is gebleven, wat wijst op een zorgvuldige en nauwkeurige overlevering.

Voor het Nieuwe Testament is het tekstuele bewijs zelfs nog omvangrijker. Er zijn meer dan 5800 manuscripten in het Grieks, de oorspronkelijke taal waarin het Nieuwe Testament werd geschreven. Daarnaast zijn er ongeveer 10.000 Latijnse manuscripten en 9300 andere vroege vertalingen, zoals in Syrisch, Koptisch en Armeens. Sommige fragmenten van het Nieuwe Testament dateren al uit de tweede eeuw na Christus, slechts enkele decennia na de oorspronkelijke geschriften. De grote hoeveelheid manuscripten en hun onderlinge overeenkomsten stellen ons in staat om de oorspronkelijke tekst met een zeer hoge nauwkeurigheid te reconstrueren.

De consistentie tussen deze manuscripten over een periode van honderden tot duizenden jaren is een krachtig bewijs dat de Bijbel niet ingrijpend is veranderd. Dit maakt de Bijbel uniek in vergelijking met andere oude boeken, waarvan vaak slechts enkele kopieën bewaard zijn gebleven. De oudste manuscripten en huidige manuscripten zijn 95% identiek. De overige 5% bestaat uit verschillen in de zinsopbouw en spelling. Wonderlijk, nietwaar?

De consistentie van eerdere vertalingen


Er zijn veel vroege vertalingen van de Bijbel, waarvan sommige dateren uit de tweede eeuw na Christus. Dit betekent dat de Bijbel al vroeg werd verspreid in verschillende talen, waaronder Latijn, Syrisch, Koptisch, Armeens en Gotisch. Ondanks deze diversiteit in taal en verspreiding over verschillende regio’s, blijven deze vertalingen opmerkelijk consistent met de oudste bekende Griekse en Hebreeuwse manuscripten.

Wat deze vroege vertalingen extra belangrijk maakt, is dat ze in totaal duizenden kilometers van elkaar zijn overgeleverd, zonder dat er bewijs is van significante tekstuele corruptie. Als er in een bepaalde regio wijzigingen in de tekst zouden zijn aangebracht, zou dit opvallen in manuscripten uit andere delen van de wereld. De afwezigheid van grote afwijkingen toont aan dat de kernboodschap van de Bijbel door de eeuwen heen bewaard is gebleven.

Citaten van kerkvaders

Bovendien is er een extra controlemechanisme in de vorm van kerkelijke geschriften en citaten van vroege kerkvaders. Vroege christelijke auteurs, zoals Irenaeus (ca. 130-202 n.Chr.), Clemens van Alexandrië (ca. 150-215 n.Chr.) en Origenes (ca. 185-253 n.Chr, bijvoorbeeld zijn “Commentaria in Evangelium Matteum”), citeerden grote delen van de Bijbel in hun brieven, preken en theologische werken. Alleen al op basis van hun geschriften kan bijna het hele Nieuwe Testament worden gereconstrueerd. Dit biedt een extra laag van bevestiging dat de Bijbel door de eeuwen heen consistent is overgeleverd.

Als er corruptie had plaatsgevonden, zouden we aanzienlijke verschillen verwachten tussen deze vroege vertalingen en citaten. Echter zijn deze verschillen zijn minimaal en betreffen die voornamelijk kleine grammaticale- of spellingsverschillen, die de betekenis van de tekst niet veranderen. Dit wijst erop dat de Bijbel betrouwbaar is overgeleverd, ondanks de verspreiding over verschillende culturen en talen.

Wereldwijde verspreiding

De wereldwijde verspreiding van de Bijbel heeft aanzienlijk bijgedragen aan de bewaring van de tekstuele integriteit. Door de eeuwen heen zijn de Bijbelse geschriften in talloze talen vertaald, wat een belangrijk mechanisme was om de oorspronkelijke teksten te behouden.​

De aanwezigheid van de Bijbel in verschillende regio’s en talen creëerde enorm veel tekstuele kopieën van de Bijbel, wat fungeerde als bewaking van de tekst. Wanneer een gemeenschap een afwijkende versie van de tekst zou introduceren, zou dit onmiddellijk opvallen bij vergelijking met andere versies. Deze interconnectiviteit maakte het moeilijk om ongezien wijzigingen aan te brengen, wat bijdroeg aan de stabiliteit en consistentie van de tekst.​

Ook werden in de vroege kerk werden geschriften zorgvuldig beoordeeld op hun authenticiteit en overeenstemming met de gevestigde leer. Dit leidde tot canonvorming(Grieks: richtsnoer, maatstaf), waarbij bepaalde boeken als gezaghebbend werden erkend en andere werden afgewezen. Dit minimaliseerde de mogelijkheid van tekstuele corruptie.

De preservatie theologie

Interessant genoeg spreekt de Bijbel zelf over de bewaring van Gods Woord. Binnen de christelijke theologie wordt aangenomen dat God Zijn Woord door de eeuwen heen heeft bewaard, en dit wordt ondersteund door meerdere Bijbelteksten.

Een eerste voorbeeld vinden we in Jesaja 40:8:
“Het gras verdort, de bloem verwelkt, maar het woord van onze God blijft eeuwig staan.”
Hiermee maakt Jesaja duidelijk dat alles in deze wereld vergankelijk is, maar Gods Woord onveranderlijk en eeuwig blijft bestaan.

Ook in Matteüs 24:35 lezen we een krachtige bevestiging van dit principe:
“Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen nooit voorbijgaan.”
Deze uitspraak van Jezus komt voor in een hoofdstuk waarin Hij spreekt over het einde der tijden. Hij waarschuwt voor valse profeten en misleiding:

  • Matteüs 24:11: “En vele valse profeten zullen opstaan en zullen er velen verleiden.”
  • Matteüs 24:24: “Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij – indien het mogelijk ware – ook de uitverkorenen zouden verleiden.”

Jezus’ waarschuwing voor misleiding, gecombineerd met Zijn belofte dat Zijn Woorden nooit zullen vergaan, vormt een krachtige bevestiging dat God Zijn Woord voor altijd zal bewaren.

De erkenning van de Bijbel in de Koran

Een opvallend en vaak vergeten aspect in de discussie over de betrouwbaarheid van de Bijbel is dat de Koran zelf de goddelijke oorsprong ervan erkent. Dit is een belangrijk punt, omdat het impliceert dat de Bijbel in de tijd van Mohammed werd beschouwd als een betrouwbare en gezaghebbende tekst.

Een cruciale passage hierover is te vinden in Soera 10:94, waar staat:

“Als jullie twijfelen over wat Wij aan jullie hebben geopenbaard, vraag het dan aan degenen die vóór jullie de Schrift hebben gelezen.”

Deze tekst richt zich tot degenen die twijfels hebben over de openbaring aan Mohammed en verwijst hen naar de eerdere geschriften – de Thora en het Evangelie – als bron van waarheid. Dit suggereert dat de Bijbel in Mohammeds tijd werd gezien als een betrouwbare tekst waar geen corruptie in opgetreden was.

Als de Bijbel tegen die tijd al grondig veranderd of corrupt zou zijn geweest, zou deze verwijzing in de Koran niet logisch zijn. Het zou immers vreemd zijn om twijfelaars door te verwijzen naar een tekst die onbetrouwbaar was geworden. Dit vers ondersteunt daarom het idee dat de Bijbel in de zevende eeuw, toen de islam ontstond, als authentiek werd beschouwd.

Deze erkenning is een belangrijk argument in de discussie over de betrouwbaarheid van de Bijbel, vooral in dialoog met islamitische critici. Het roept de vraag op: als de Bijbel destijds als betrouwbaar werd beschouwd, wanneer en hoe zou deze dan plotseling veranderd zijn? En als men stelt dat corruptie later plaatsvond, is er dan concreet bewijs van zulke ingrijpende veranderingen?

Deze vragen zijn essentieel bij het onderzoeken van de tekstuele consistentie en betrouwbaarheid van de Bijbel, niet alleen vanuit een christelijk perspectief, maar ook binnen het islamitische kader.

Conclusie

In dit artikel hebben we de betrouwbaarheid van de Bijbel onderzocht en daar 6 argumenten voor aangedragen. Hiermee kan een stevige casus opgebouwd worden wat een belangrijk punt vormt in dialogen met atheïsten, agnosten, islamitische critici en theologie die de betrouwbaarheid van de Bijbel ontkennen. De Bijbel is het fundament van het christelijk geloof en daarom is het belangrijk apologetisch sterk te zijn als christen.

De Kracht van Vergeving: Lessen uit Matteüs 18

Vergeving is een essentieel onderdeel van het christelijke geloof. In Matteüs 18 spreekt Jezus over het belang van vergeving en daar kunnen wij een wijze les uit trekken voor ons dagelijks leven.

In dit artikel zullen we dieper ingaan op Matteüs 18:21-35, waar Jezus de gelijkenis vertelt van de onbarmhartige dienaar. Deze gelijkenis belicht het thema van vergeving en de gevolgen van het vasthouden aan wrok.

De vraag van Petrus.
De gelijkenis van de onbarmhartige dienaar.
Praktische toepassingen.

1 – De vraag van Petrus:

Petrus vroeg Jezus hoe vaak hij zijn naasten moest vergeven. Dat is een begrijpelijk iets voor ons. Vanaf ons perspectief gezien is het na een aantal keer wel klaar geweest. Maar de HEERE Jezus vertelt ons hier het tegenovergestelde. Hij antwoord tegen Petrus dat hij hen 70 maal 7(het getal van eeuwigheid) moet vergeven, dus altijd. Petrus(en wij mensen in het algemeen) had daar waarschijnlijk moeite mee. Stel je voor dat iemand je iets aandoet en je hem vervolgens moet vergeven? Dat zou voor ons al moeilijk zijn als het al niet onmogelijk is – maar bij God is alles mogelijk!

God wil ons altijd vergeven, wat we ook gedaan hebben. Want Jezus Christus heeft voor ons geleden aan het kruis, en daardoor kan hij al onze zonden verzoenen. Geen enkele zonde is hem teveel.

2 – De gelijkenis van de onbarmhartige dienaar.

Jezus vertelt ons een gelijkenis. Een knecht is zijn meester tienduizend talenten schuldig. Voor die tijd was dat gigantisch veel geld.

De knecht had een ultimatum gekregen voor het terugbetalen, maar dat lukte hem niet. Toen hij bij zijn meester kwam om te vertellen dat hij niet genoeg geld had, werd zijn meester boos en hij liet hem, samen met zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had verkopen. Maar zijn meester kreeg medelijden toen de knecht hem smeekte om genade. Hij schold zelfs zijn schuld weg en vergaf het hem. Toen de knecht blij weg liep, kwam hij een andere knecht tegen die hem ook wat schuldig was. Hij liet hem in de gevangenis zetten tot hij alles betaalt had. Toen zijn meester dat echter hoorde, werd hij woedend en leverde hij hem over aan zijn beulen tot hij alles terugbetaalt had.

Deze gelijkenis laat ons iets zien van de barmhartigheid en vergevingsgezindheid van Christus, maar het laat ons ook iets zien van God’s toorn.

God wil ons vergeven, maar wij moeten er wel iets voor doen. Als wij Zijn aanbod afslaan en Hem verwerpen, zal zijn toorn ons teniet doen en zullen wij veroordeeld worden bij ons sterven/de wederopstand.

Het geloof is radicaal – geloven of niet geloven.

Daarom moeten we ons zo snel mogelijk bekeren en daar niet mee wachten, het geloof moet onze eerste prioriteit zijn. God op 1, alle aardse dingen daarna.

3 – Praktische toepassingen.

Wij moeten ons bekeren en onze naasten lief hebben en vergeven. Dat is de kernboodschap van het evangelie. God liefhebben en je naaste als jezelf. Dat is wat ik jou mee wil geven, spreek mensen aan als ze verkeerde dingen doen. Ga een gesprek aan en praat met ze over het geloof. Vermaan ze liefdevol en getuig van Christus, want dat is wat Hij van ons vraagt.

Dat kan moeilijk zijn, maar God wil ons daar ook mee helpen. Bid hem daarom en vraag hem of hij je wil bekeren en bij je wil zijn. En accepteer de genade die Christus je wil geven.

Is kwaad het bewijs tegen God?

BEWIJZEN VOOR GOD:

  1. Begin van het Universum: Hoe ver we ook doorredeneren er moet een oorzaak zijn van alle oorzaken.
  2. De afstemming van het Universum: als er ook maar één ding in het universum iets wat, ook maar een klein beetje, Zou veranderen zou het leven gewoon onmogelijk zijn. Alles is perfect op elkaar afgestemd, dat kan niet zomaar uit het niets ontstaan.
  3. Informatie in DNA: DNA is zo complex dat het niet uit zichzelf heeft kunnen ontstaan.
  4. Intelligentie: hoe kunnen er door een knal, intelligente, sprekende en redenerende wezens zijn ontstaan?
  5. Natuurweten: De natuurwetten hebben een oorzaak, ze komen ergens vandaan. Door een knal komt geen oorzaak, dat is gewoon onmogelijk.
  6. Moraliteiten: het is van nature ingelegd of iets goed is of verkeerd.

BEWIJZEN TEGEN GOD

  1. Kwaad: hoe kan God goed zijn er toch kwaad in de wereld zijn?

[Stel je voor dat goedheid een meetlat is, zoals een liniaal. Als iets niet zo goed is als het zou moeten zijn, noemen we dat slecht. Maar slechtheid is niet iets op zichzelf, het is meer alsof er iets mist in iets goeds. Het is alsof je niet kunt herkennen dat een lijn krom is als je niet weet hoe een rechte lijn eruit hoort te zien. Slechtheid heeft goedheid nodig om te bestaan, net zoals schaduwen laten zien dat er zonneschijn is. Dus, om slechtheid te begrijpen, heb je goedheid nodig.]

DOEL VAN HET KWAAD

Waarom als God goed is vaagt hij niet al het kwaad weg?

Ant. Als God dat zou doen dan zou er geen mens kunnen bestaan. We doen elke dag kwaad, we zondigen elke dag. We zijn allemaal zondig en kwaad.

Wat is dan het doel in ons leven?

Ant. ‘’Dit is het eeuwige leven, zodat ze bedoelen dat wij mogen kennen, de enige ware God in Jezus Christus’’ (Johannes 7). Dus God leren kennen en Hem prediken. Dit zorg meestal ook voor lijden. Om eerlijk te zijn we vaak niet geïnteresseerd in God, tot dat iets mis gaat in ons leven.

Wat als we alles zouden krijgen wat we wilden?

Ant. Je zou nog meer een moreel monster worden. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je een kind alles geeft wat het kind wil? Ze worden verwend, hun karakter wordt bedorven, je ruïneert zo’n kind. ‘’More Pain, more Gain’’.

OPLOSSING VOOR HET KWAAD

Jezus die het kwaad op zich heeft genomen. Zijn lijden kan onze winst worden. Het is net zoals Liefde. Liefde is vrijwillig. God wil dat we hen gaan liefhebben. Als je God links laat liggen, wat verwacht je dat God zal doen? God zal dan jou ook links laten liggen. Liefde moet komen van twee kanten. God heeft de mens lief, maar de mens moet God ook liefhebben. In de geboden staat: ‘’Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.’’